Het Katwijks Museum heeft iets heel bijzonders in huis. Dat maakte voorzitter Greet van Duijn in haar openingswoord direct duidelijk. Het gebeurt niet elke dag, dat een museum door een schenking in één keer zesenzestig kunstwerken rijker wordt. En wat voor kunstwerken! Van de belangrijke Düsseldorfse schilder German Grobe (1857-1938). Het was een kleinzoon, Dietrich Bieber, die ze aan het museum schonk en met een goede reden. Grobe kwam graag naar het zeedorp, dat hij in het gastenboek van pension Zeerust tijdens zijn laatste verblijf, in 1937, ‘Sein liebes Katwijk’ noemde. Conservator André Groeneveld wees er nog maar eens op dat Grobe maar liefst vijfenveertig jaar in de zomer naar Katwijk afreisde. Hij vierde daar vakantie, dompelde zich onder in de Katwijkse geloofsgemeenschap én deed er artistieke inspiratie op. Die inspiratie gebruikte hij tijdens zijn verblijf in Katwijk en plein air schilderend, en gedurende de rest van het jaar, in zijn Düsseldorfse atelier.
Na de dood van German Grobe bleef de band voortbestaan. Katwijk noemde een straat naar hem, als gebaar van verzoening na de afbraak van een deel van het dorp tijdens de Duitse bezetting, voor de bouw van de Atlantikwall. En het Katwijks Museum bracht twee keer, in 1979 en 1998, een tentoonstelling over Grobe. De zojuist geopende is dus de derde, nu met werk dat tot voor kort in privébezit was. De tentoonstelling verwijst daar met een knipoog naar, door de expositieruimtes aan te kleden als huiskamers. Het museum, gevestigd in een voormalige rederswoning, leent zich daar goed voor.
