Wie door het centrum van Wassenaar loopt, wandelt niet alleen langs hekken, stenen, zand, ‘oud’ en ‘nieuw’. Je loopt ook dwars door een splijtzwam die Wassenaar in tweeën lijkt te delen. In elke winkel, bij ieder terras en op de stoep hoor je andere geluiden over de herinrichting van het centrum. Dat varieert van klaagzang tot opgewektheid, al dan niet terechte kritiek en de blik op de horizon.
‘Anders dan ingetekend’
Vlakbij de ingang naar de parkeergarage Den Hoek op de Langstraat wordt gewerkt aan een lange verhoogde border met groen. Een omstander bekijkt het hoofdschuddend. “Hier stond een doorgang ingetekend, maar kijk nu: een aaneengesloten groene border. Het winkelend publiek moet omlopen om de winkels te kunnen bereiken, ouderen met rollators moeten ook omlopen om hun appartement te kunnen bereiken en er is geen plek meer voor kraampjes.”
Een andere omstander vult aan: “Of die bak nou tien of twaalf meter is maakt niets uit, maar zorg dat er een doorsteek blijft. Die winkeliers hier willen dat hun winkels gewoon goed bereikbaar blijven.”
Planning frustreert winkeliers
De grootste frustratie is de planning. In plaats van een afronding vóór de zomer, liggen de straten juist in het hoogseizoen open. De reden mag legitiem zijn; voor winkeliers die geen toeloop meer krijgen vormt zo’n situatie een drama. “Mijn hele seizoen is naar de Filistijnen,” zegt een winkelier gelaten.
Op sociale media wordt er druk over geklaagd, soms fel van toon. Een omstander merkt op: “Die werklui krijgen het te verduren, terwijl zij gewoon hun werk doen. Het zijn de besluiten van hogerhand, niet van hen. Laat ze met rust!”
Een bewoner probeert te relativeren: “Geen verbouwing zonder rommel. Thuis met behangen gaat het ook niet zonder stof en gedoe.”
Weer iemand anders ergert zich aan de ongenuanceerde opmerkingen op Facebook: “Sommigen maken er een sport van om ’s avonds op zolder hun gal te spuwen op Facebook. Dat helpt niemand.”
Strak maar niet inclusief
Wie langs het al afgeronde stuk loopt, kan moeilijk ontkennen dat het er verzorgd uitziet. “Mooi is het wel,” zegt een passant. Maar meteen volgt de aarzeling: “De straat oogt strak. Maar een mooie winkelstraat met lege winkels is ook geen gezicht, hoe mooi de stenen ook liggen.”
De nieuwe bestrating zelf zorgde eerder al voor gefronste wenkbrauwen bij inwoners die veel baat hebben bij een inclusief ingerichte winkelstraat, zo bleek uit een reportage van Wassenaarders.nl.
Optimisme bij ondernemers
Bij kledingzaak Harpers Jo klinkt een ander geluid. De eigenaresse (‘ja, zet mijn naam er maar gewoon in’) straalt optimisme uit: “Het kost even moeite, maar uiteindelijk wordt het mooi. Vergelijk het met een keuken of badkamer: eerst rommel, daarna een verbetering. Ik weiger negatief te doen.”

Een andere ondernemer kiest dezelfde toon: “We moeten blij zijn dat er geïnvesteerd wordt in ons dorp. Het kost even pijn, maar straks hebben we een centrum waar we weer trots op kunnen zijn.”
Elders in de Langstraat zijn de werkzaamheden al afgerond. Een groepje bewoners op een nieuw terras vergelijkt het centrum-in-wording met Zuid-Frankrijk: “Mooi hè, die terrassen, die bestrating. Het voelt bijna Frans.”
Maar even verderop schudt iemand het hoofd: “Wat een gemiste kans dat het evenementenplein nog steeds niet autovrij is.”
Zo klinkt Wassenaar tijdens een rondgang door het centrum: verdeeld, zoekend, maar ook hoopvol. De herinrichting blijkt niet alleen een kwestie van stenen en groen, maar ook van identiteit en gevoel. Het is aan het gemeentebestuur om dat op waarde te schatten.