Politieverhaal – ‘Patatje oorlog’
Als wijkagent wist ik bijna alle namen van de jongeren in mijn wijk. Ik sprak ze op straat aan en kende daardoor hun thuissituatie, geboortedatum en telefoonnummer. Inmiddels werk ik ergens anders bij de politie, maar het volgende verhaal blijft me altijd bij. Ik ging tijdens een dienst langs een bekende hangplek in mijn wijk. Acht jongeren zitten rond een picknicktafel. Ik schuif aan en word hartelijk begroet, maar zie dat er overal troep en afval ligt. Je struikelt over de patatbakjes en blikjes. We praten over van alles en nog wat en ik spreek ze aan op de gemaakte rommel. Ze beloven me dat ze de troep op zullen ruimen.