Skip to content

Hooibroei en twee soorten boeren

6 juni 20143 minute read

Wassenaar – In het jaarboek 1946 – 1947 van de Vereniging van Brandweer Commandanten staat een artikel over hooibroei. Ook in Wassenaar kwamen hooiberg-branden veel voor.

Het artikel beschrijft de gevaren:
Het is een bekend feit, dat ook in met zorg en beleid gewonnen en opgeslagen hooi, broei optreedt ; deze natuurlijke en normale broei, welke onze veehouders zoo gaarne waarnemen, gaat gepaard met een warmteontwikkeling tot 60° a 65° Celsius. Anders wordt het, wanneer de broei zich voortzet en de controleboringen een hoogere temperatuurontwikkeling aangeven. Ten aanzien van deze tweede soort broei moet worden opgemerkt, dat deze in vele gevallen wel degelijk had kunnen worden voorkomen. Als hoofdoorzaak dezer, thans ongewenschte, broei moet worden genoemd het onvoldoende rijp of het te spoedig en onvoldoende gedroogd binnenhalen van het hooi. Immers, de practijk leert toch steeds weer, dat de ongewenschte broei maar zelden optreedt bij de meer bezadigde boeren, doch dat het practisch elk jaar dezelfde boeren zijn, waar tot controle op de ongewenschte broei moet worden overgegaan.

Bij 70° Celsius begint de gevaarzóne en dient de broei nauwlettend te worden gecontroleerd. Het hooi begint bij deze temperatuur reeds een lichtbruine kleur aan te nemen. Bij 75° Celsius wordt de kleur meer bruin en de dreiging grooter.
Bij 80° Celsius wordt donkerbruin hooi aangetroffen en verdient het zeker aanbeveling maatregelen te doen treffen. Dit sluit niet in, dat reeds direct opdracht moet worden gegeven tot ,,uithalen”; vaak kan met afdoend resultaat volstaan worden met „het steken van een gat” op de meest bedreigde plaats, waardoor de broeihaard „lucht” krijgt en in veel gevallen een snel terugloopen van de hooge temperatuur verkregen wordt. Met nadruk dient er op te worden gewezen, dat „bij het steken van een gat” of het doen „uithalen” van het hooi, nimmer mag worden verzuimd ter plaatse een brandwacht te stellen met op waterleiding of spuit aangesloten brand¬slang met straalpijp of sproeier.
Bij 85° tot 90° Celsius varieert de kleur van het hooi van donkerbruin tot zwart en moet met ontbranding zeer ernstig rekening worden gehouden. Bij 95° Celsius is het hooi volkomen zwart, kort en verkoold.

Onze oprichter Gerard van der Mark heeft de kleurverschillen instructief in beeld gebracht met een serie lazen buisjes. Te zien in het Brandweermuseum Wassenaar.

Column Brandweermuseum Wassenaar

Ook in een klein museum als het Brandweermuseum Wassenaar gebeurt van alles dat voor de meeste mensen verborgen blijft. Niet omdat het geheim is, maar omdat er meestal geen gelegenheid is om er over te berichten. Met deze wekelijkse column willen we dat veranderen. De ene week kan het gaan over een schenking, dan weer over een bijzondere ontmoeting, over een probleem met de vaste collectie, over de dringende behoefte aan hulp of over iets waarop we trots zijn. brandweermuseum@wassenaar.nl, www.brandweermuseumwassenaar.nl ook op twitter en facebook.

Tags

BrandweermuseumWassenaar
Gerelateerde artikelen
Back To Top