Wassenaar – Dmitri Sjostakovitsj was in Leningrad in 1941 tijdens het beleg van die stad door de Duitsers. Dat beleg duurde bijna 900 dagen en kostte een miljoen mensen uit Leningrad het leven. De componist werd door de Sovjet autoriteiten min of meer gedoogd. Hij had de wrevel opgewekt van Stalin met een compositie in 1936. Weliswaar viel hij niet echt in ongenade, maar het scheelde waarschijnlijk niet veel.
In de beginperiode van het beleg van Leningrad bracht de leiding van het Conservatorium een aantal componisten bij elkaar aan wie gevraagd werd om liederen en liedjes te bewerken die voor de troepen gezongen zouden worden. Ook Sjostakovitsj deed daaraan mee. Hij arrangeerde tientallen liederen van Beethoven, Bizet, Musorgsky, Leoncavallo en anderen. In drie dagen tijd bewerkte hij de muziek van die liederen. Bijvoorbeeld van Gioacchino Rossini La pastorella dell’ Alpi, van Ludwig van Beethoven een Schots drinklied en van Georges Bizet Habanera uit Carmen. Bepaald vrolijke liederen om de moraal van de troepen en van de burgers te steunen.
Sjostakovitsj wilde meer doen. Hij meldde zich aan voor het leger maar werd afgewezen vanwege zijn slechte ogen. Hij werd wel toegelaten tot de brandweer. Er zijn enkele mooie foto’s waarop hij is afgebeeld als brandweerman bij het Conservatorium in Leningrad. En hij werd in 1942 als brandweerman afgebeeld op de cover van Time.
Dat was naar aanleiding van het opduiken van zijn 7e symfonie, die hij in ballingschap geschreven had (hij was in oktober 1941 weggezonden naar een stad die nu Samara heet). De symfonie noemde hij Leningrad. Een microfilm van de partituur was uit de Sovjet Unie gesmokkeld en werd meteen enthousiast in het Westen ontvangen. In Londen werd de symfonie uitgevoerd onder leiding van Sir Henry Wood en in New York op 19 juli 1942 onder Arturo Toscanini. In Leningrad werd het werk kort daarna ook uitgevoerd. Het Radio orkest bestond oorspronkelijk uit 100 musici. Die waren ook eigenlijk nodig voor een goede uitvoering. Maar er waren nog maar 14 musici overgebleven, de overigen waren gestorven of gedood. Toch werd het plan doorgezet de Leningrad symfonie uit te voeren.
De Philharmonie was afgeladen vol, ook de autoriteiten van de stad en de generaals waren er. Buitne luisterden velen naar luidsprekers. De militaire commandant had een pauze bevolen die lang genoeg was om het werk te horen. Hij liet luidsprekers plaatsen in de richting van de Duitsers. Ze moetsen het horen. De dirigent zei bij zijn inleiding: “dit is om te getuigen van onze geestkracht, onze moed en onze bereidheid te vechten”
Column Brandweermuseum Wassenaar
Ook in een klein museum als het Brandweermuseum Wassenaar gebeurt van alles dat voor de meeste mensen verborgen blijft. Niet omdat het geheim is, maar omdat er meestal geen gelegenheid is om er over te berichten. Met deze wekelijkse column willen we dat veranderen. De ene week kan het gaan over een schenking, dan weer over een bijzondere ontmoeting, over een probleem met de vaste collectie, over de dringende behoefte aan hulp of over iets waarop we trots zijn. brandweermuseum@wassenaar.nl, www.brandweermuseumwassenaar.nl ook op twitter en facebook.