Brandend lof

Wassenaar – Het landelijk verleden van Wassenaar is belangrijk voor Brandweermuseum Wassenaar. De vele hooibergen moesten worden gecontroleerd op hooibroei. Daarvoor waren brandmeesters aangewezen met elk hun eigen gebied. En Opperbrandmeester Van der Mark benadrukt voortdurend dat controle hard nodig was.

Desondanks kwamen er veel branden voor in hooibergen. Vaak ook met grote gevolgen voor de er dicht bij staande boerderijen. De brandweer had het er druk mee.
Maar ook de bollenkwekers zorgden voor werk voor de brandweer. In 1937 waren er in Wassenaar 80 bollenkwekers. Ook met de bollenkwekers had men door de jaren heen een goede verstandhouding. De bollenkwekers produceerden niet alleen maar grote hoeveelheden van hun prachtige producten, maar er kwam ook heel veel bollenlof bij kijken. Dat kon behoorlijk branden. Wanneer brandend bollenlof afgeblust moest worden in verband met de harde wind, gebruikte men een speciaal vervaardigde straalpijp. Deze straalpijp had een 28 centimeter brede platte bek met een doorlaatopening van 6 millimeter. Hiermee kon een waterscherm verkregen worden van tien meter breedte. Het voordeel hiervan was dat het zand tussen de bollen niet werd weggespoten en de bollenkweker geen schade opliep.
De Wassenaarse brandweer was toen dus ook al heel inventief. Er werden vaker onderdelen voor speciale doeleinden gemaakt, door de brandweermensen zelf. Zo is er in het museum een door de brandweermensen in 1982 zelf vervaardigde “aanvalskorf”, met straalpijpen, slangen, een verdeelstuk en ander materiaal. Heel handig: al het nodige materiaal kon in 1 keer uit het voertuig getild worden met deze metalen korf, die vanzelfsprekend ook in het museum te bewonderen is..