Skip to content

Van der Mark over Den Deyl

19 juni 20154 minute read

Wassenaar – De oprichter van Brandweermuseum Wassenaar was een veelzijdig man. Hij was een verwoed tuinier, wat wordt gestaafd door een fraaie foto waar hij in zijn achtertuin aan het werk is en door mededelingen van zijn kleinkinderen. Van der Mark was evenzeer een onvermoeibaar verzamelaar. Am die eigenschap danken we Brandweermuseum Wassenaar. Als brandweercommandant stond hij zijn mannetje. De gemeente Wassenaar werd door hem zonder ophouden gewezen op het belang van goed materiaal. Dat leverde de Wassenaarse brandweer een moderne uitrusting op en een goede reputatie. Zelf ontwierp Van de Mark een voertuig voor het vervoer van personeel en materiaal. Dat voertuig is metterdaad gebouwd. Hij maakte een serie tekeningen van de grote optocht in 1923 bij het jubileum van Koningin Wilhelmina. En Gerard van der Mark was een ijverig historicus. Dat resulteerde onder andere in zijn fotoplakboek over “Boerderijen en oude gebouwen van Wassenaar” dat hij in 1943 voltooide. Het boek, in twee delen, is deel van de collectie van Brandweermuseum Wassenaar. Vorig jaar hebben we er een tentoonstelling aan gewijd.

Vanwege de actuele discussie over Den Deyl is het aardig om te lezen wat Van der Mark erover in zijn fotoplakboek schreef
“Op den hoek Kerkdam-Rijksstraatweg, daar waar dan het buurtschap den Deyl begint, stond sedert onheugelijke jaren een boerenherberg, genaamd “de Rozenboom”, voor zover bekend tot 1870 bewoond door J.Vijverberg, vanaf dien tijd tot 1891 door A.Kokshoorn. Langs het huis liep een openbaar voetpad dat netjes met schelpen was verhard en grenzde met een verhard plein tot tegen den straatweg. Voor het huis stonden twee zware platgeschoren lindenboomen, waartusschen twee balies om paarden vast te binden. De voordeur, bestaande uit een onder ¬en bovendeur, waarboven een bovenlicht en een bord, waarop ge-schilderd een rozenboom en den naam van den eigenaar. Naast het deurkozijn stond een lichtkozijn met kleine ruitjes en voorzien van buitenblinden, daarnaast was een woonkamer met twee lichtkozijnen met blinden. Die kamer bestaat nog en ligt naast het postkantoortje den Deyl. Boven de lichtkozijnen een ribgoot op klossen waarop het dak volgt.
Door de voordeur, waaraan een veerende bel, kwam men in de gelagkamer, waarin een buffet met toonbank, een paar bakjes met zand voor bezoekers die op een pruimpje kouwden, eenige tafel¬tjes en stoelen met gevlochten biezen matten zittingen. De vloer was met wit zand bestrooid.”
“Met een trapje was vanaf de gelagkamer de opkamer te berei¬ken, die ingericht was voor biljard-kamer.
Verder ter linkerzijde stond een afscheidingsmuur ter lengte van ongeveer 5 meter. Dat in die dagen niet erg op hygiëne of schoone bouwkunst gelet werd, bewijst dat aan het eind van de muur langs het voetpad een zekere gelegenheid stond, die bij buitenmenschen doorgaans als ” ’t huisje” bekend staat.
Achter deze behuizing stonden eenige werkmanswoningen met op het plein een houten pomp en een put in den grond, waar het schrob- en regenwater maar een uitweg moest vinden. Op het erf stond een grootten houten schuur die dienst had gedaan voor kolfbaan. In 1891 is de herberg afgebroken en daarvoor inplaats gebouwd een koffiehuis, dat den naam kreeg van “la Nouvelle Maison den Deyl”. Een jaar later werd er een stal en koetshuis bijgebouwd en de oude kolfbaan van een nieuwe huid voorzien en voor schuurtjes ingericht.
Eenige jaren later is de naam veranderd in “de Nieuwe Deyl”. Omstreeks 1935 werd het ingericht voor auto show-room en later een gedeelte daarvan voor postkantoortje.”

Let vooral op de bakjes zand voor de pruimtabakkouwers.

En voor de participanten in de discussie is het goed om te weten dat er ooit een kolfbaan heeft gestaan.
Het vinden van een mooie, liefst culturele oplossing, moet immers een kolfje naar de hand van de gemeenteraad zijn.

Tags

BrandweermuseumDen DeijlWassenaar
Gerelateerde artikelen
Back To Top