Wassenaar – Mijn dagen als vrijwillig coördinator bij Brandweermuseum Wassenaar zijn geteld. Na 1 januari 2016 maak ik nog wat af, ruim ik nog wat op en ga ik nog wel door als gewone vrijwilliger op afstand en hoop ik af en toe nog een kleine bijdrage te leveren met een onderzoek of een project. Maar anderen zijn nu verantwoordelijk voor het geheel, voor het reilen en zeilen en voor de verdere professionalisering.
Ook aan mijn wekelijkse rubriek komt nu een eind. Het schrijven ervan was leerzaam. Elke week moest ik een onderwerp bedenken en daarover iets zinvols schrijven. Soms vroeg het om onderzoek. Toen ik een plaatje tegenkwam van de componist Sjostakowitsj als brandweerman moest ik natuurlijk weten hoe dat precies zat. Ik wist al wel iets van het beleg van Leningrad, maar van zijn rol daarin had ik geen idee. Leuk om zoiets dan uit te zoeken. Met de rubriek over het vaandel had ik het makkelijker. Daarover was door een andere vrijwilliger al eens eerder iets uitgezocht. De eenvoudigste rubrieken waren die waarin ik kon vertellen over het museumwerk, zoals over het voorbereiden van een tentoonstelling. Af en toe kreeg ik het onderwerp als het ware in de schoot geworpen. Bij de schenking van hooibroei testmateriaal bijvoorbeeld. Maar ook toen moeste ik me wel even verdiepen in de verschillen tussen de aanpak ten tijde van Van der Mark en de aanpak van Achmea in onze tijd.
De wekelijkse verplichting stimuleert. Bijna elke week valt er wat uit te zoeken, soms moets ik ook wat langer speuren voordat het materiaal voor een rubriek er was. Voor dat speurwerk hebben we wel wat documentatie in het museum en als dat niet toereikend is kunnen we altijd terugvallen op leden van de Werkgroep Brandweer Historie, een afdeling van de Vereniging voor Belangstellenden in het Brandweerwezen. Ik heb er zelf veel van opgestoken.
Toen ik in 2010 me meldde als vrijwillig adviseur wist ik niet dat ik al een paar maanden later vrijwillig coördinator zou zijn. Ik wist ook niet wat me te wachten stond.
Maar het was boeiend en uitdagend. In de afgelopen vijf jaar hebben de vrijwilligers van het museum veel tot stand gebracht. We zijn veel bekender geworden dan we waren. Het aantal bezoekers is flink toegenomen en we hebben meer te bieden. Aan tentoonstellingen, evenementen, speurtochten, aanraakschermen, kinderfeestjes. Onze website is tweetalig. Ook achter de schermen is er veel gebeurd. Het depot van het museum is op orde gebracht, we zijn druk doende met het registreren van de basisgegevens van de collectie. Door de ontvochtigers in het museum en in het depot en in het museum is de vochtigheidsgraad tamelijk stabiel, wat goed is voor de collectie. 17e en 18e eeuwse leren voorwerpen en houten handbrandspuiten worden zo beter voor het nageslacht bewaard.
Er zijn vrijwilligers die registreren, die fotograferen, de fotocollectie behartigen. Andere vrijwilligers regelen evenementen zoals de kerstkindermiddag, ontvangen groepen voor rondleidingen, voor kinderfeestjes, of gaan naar instellingen toe om daar over het museum te vertellen. Er zijn timmerende en schilderende vrijwilligers, mensen die voor de website, de Facebook pagina, Twitter en de e-mail zorgen. Af en toe wordt er onderzoek gedaan en worden er evenementen voorbereid. Er wordt opgeruimd, schoongemaakt, kapotte spots vervangen, gezorgd voor voldoende speurtochten. Er gaat ook in zo’n klein museum heel wat om.
Alle hoofdtaken van een museum moeten worden vervuld: zorg voor de collectie, zorg voor het publiek, zorg voor de bedrijfskant.
Voor mij waren de vijf jaren dat ik coördinator was heel plezierig. Ik kon en mocht van alles regelen, er waren heel wat creatieve oplossingen nodig, veel geduld soms ook. Maar het werken met de andere vrijwilligers, het kennis maken met steeds weer andere aspecten van de brandweergeschiedenis, telkens weer nieuwe mensen uit allerlei hoeken van de samenleving ontmoeten, dat was geweldig.
Ik stop er mee, niet omdat het niet leuk, boeiend of uitdagend was. Of omdat er niet veel meer te doen zou zijn. Integendeel. Maar na 5 jaar ga ik weer eens wat andere dingen doen.
Marco van Leeuwen en Wassenaarders.nl: hartelijk dank voor de gastvrijheid op de website!