Skip to content

Raad op bezoek bij Smalspoormuseum

17 juli 20133 minute read

Wassenaar – Terwijl de stoker het vuur oppookt, de machinist het stoompedaal stevig induwt en de locomotief aan de randen van het Valkenburgse meer trilt en schudt, wanen een aantal raadsleden, op werkbezoek bij het Smalspoormuseum, zich ware wereldreizigers in de Ommedijkse polder.

Vandaag hebben zij weinig oog voor de zweefvliegtuigen die hoog boven hun hoofden als tamme vogels cirkelen. Zonder kolen, zelfs zonder moter. Ondertussen legt Pieter van der Ham boven het gesis van de ontsnappende stoom zijn wensen op tafel. “Wij willen het smalspoor via het voormalig vliegkamp Valkenburg doortrekken naar de Pan van Persijn. Of naar Duinrell, dat zou ook kunnen”, betoogt de voorzitter van het Smalspoormuseum Valkenburgse Meer.

Zebra kachelglans
De raadsleden van CDA, GroenLinks, VVD, WWW en D66 bewonderen onder het goedkeurende oog van burgemeester Jan Hoekema en griffier Geertje de Schipper de stalen juweeltjes van het museum, waaronder de originele stoomlocomotief nr. 13 van de Geldersche Tramweg-maatschappij, in donkergroen met rode biezen en glimmend koper. De nr. 13 is een van de achttien stoomlocs die het museum rijk is, naast de vele rijtuigen en tientallen kipkarren. De raadsleden staan stil bij het station, een replica van het station Gorssel aan de ooit vermaarde smalspoorlijn Zutphen – Emmerich, dat nog niet zo lang geleden gereed gekomen is met steun van het Fonds 1818 en het prins Bernard Cultuurfonds. Emaille reclameborden sieren de gevel, zoals het aloude Hero Drinks en Zebra kachelglans. Diepzwart. Het smalspoor aan het Valkenburgse meer bevat een binnen- en buitenmuseum, beide draaien volledig op vrijwilligers, met een locomotievenremise, rijtuigenloods en complete reparatiewerkplaats, inlclusief een glazen kantoortje voor de meewerkend voorman uit lang vervlogen tijden. Compleet met een zware Triumph schrijfmachine, een bakelieten zwarte draaischijftelefoon, een Telefunken radio en evenmin ontbreekt een stenen kruik waar ooit Locomotief Corewijn in gezeten moet hebben.

Van niets naar nergens
Het museum begon 43 jaar geleden in het Katwijkse duingebied, waar het een een treinrit onderhield, die ook Wassenaar aan deed, al wist niemand dat, zegt voorzitter Pieter van der Ham. Staatsbosbeheer en ook Katwijk zagen het smalspoor, met z’n stampende locomotieven en zwarte rookpluimen, liever uit de duinen vertrekken, waarna het een plaats vond aan het Valkenburgse meer. “Jaarlijks trekt het museum dertien- tot veertienduizend bezoekers”, aldus Pieter van der Ham, “toch blijft het jammer dat wij hen slechts een treinrit van niets naar nergens kunnen bieden. In de toekomst willen we het spoor doortrekken naar de nieuwbouw op Valkenburg en eindigen in de Pan van Persijn, liever nog op de boulevard van Katwijk. Dan bieden we onze bezoekers echt iets.” De boodschap is helder, de raadsleden knikken welwillend en zelfs GroenLinks lijkt de rookpluimen van de Russische steenkool in de groene polders voor lief te nemen, waar het ooievaarpaar niet om of op kijkt als de trein passeert. Terwijl de raadsleden het kolengruis van hun broekspijpen slaan, luiden de slotwoorden van de burgemeester een belofte voor de toekomst in: “We moeten deze prachtige combinatie van oude techniek en schitterend groen voor ons dorp vasthouden.”

Tags

RaadWassenaar
Gerelateerde artikelen
Back To Top