Skip to content

Het springzeil

8 maart 20133 minute read

Wassenaar – In de vaste opstelling van het Brandweermuseum Wassenaar kunt u geen springzeil zien. Daarvoor is het te groot. Het ligt in het depot. Het is rond en 3, 25 meter in doorsnee. Maar het is wel iets dat tot de verbeelding spreekt.

“De man op de eerste verdieping maakt zich gereed voor de sprong. Alles klaar …. daar gaat hij dan. Hij springt niet rechtstandig in het zeil want dan zou hij zijn benen kunnen breken. Hij springt in de hurkhouding.”

Omdat het te gevaarlijk is, mag het springzeil niet meer gebruikt worden. In de plaats van het springzeil is er momenteel de zogenaamde SPRONGREDDER. Dit is als het ware een luchtkussen, dat wanneer een persoon in het springkussen landt, de lucht er gedoseerd uit laat lopen. Vervolgens wordt het door een krachtige ventilator weer snel opgeblazen om klaar te zijn voor de ontvangst van de volgende springer.
Over het springzeil lezen we in een voorlichtingsboekje uit Amsterdam van 1955 :
“Wanneer de bevelvoerder het nodig oordeelt om voor redding van personen het springzeil te gebruiken, geeft hij het commando: „Springzeil”. De aanvalsploeg snelt met het springzeil naar de bevolen plaats. Het gehele personeel spreidt het springzeil uit en grijpt het rond¬gaand touw vast. Het springzeil moet door minstens 16 man worden vastgehouden. Daarom moeten in de nabijheid zijnde mannen uit het publiek voor het bedienen worden aangewezen. De armen worden gebogen, de bovenarm naar voren gestrekt, de onderarm naar boven. De lussen worden in de armhoeken ge¬houden. Een been wordt vooruit geplaatst. Redzeil strak houden. Degenen, die de lussen houden, mogen niet naar boven l) kijken, maar naar het midden van het zeil. Alleen de bevelvoerder kijkt naar boven. Hij moet trachten door toeroepen de springer of springster gerust te stellen. Is het zeil voor de sprong gereed, dan roept hij tot de springer in vragende vorm: „Klaar?”, daarna: „Spring!” en terwijl hij of zij in het luchtruim zweeft, roept de bevelvoerder zeer hard en vooral in commandovorm „Trek!”

Op het commando „Trek” werpen alle zeilophouders hun bovenlijf naar achteren, zodat het zeil zo strak mogelijk komt te staan. Het slachtoffer wordt hierdoor verende opgevangen. Men voorkomt zodoende dat het zeil doorzakt en hij of zij die springt met de grond in aanraking komt. De zeilophouders mogen niet naar boven kijken omdat, wanneer zij dit zouden doen, zij tijdens het naar omlaag komen van de sprin¬ger of springster, een reflexbeweging zouden kunnen maken, n.1. naar het zeil overbuigen, dat daardoor slap gaat hangen. De ge¬volgen daarvan zijn voor een ieder te begrijpen. Zijn er kinderen, dan laat de bevelvoerder die in het zeil werpen, als zij niet kunnen springen.

l) Volgens veler mening dienen de lussen te worden vastgehouden met de handen in ondergreep, instede van in de armhoeken.”

Een springzeil uit de verzameling van ons museum is straks te zien in Museum Voorschoten, waar vanaf 20 april tot 16 juni een tentoonstelling wordt gehouden “Voorschoten in vuur en vlam”.

Column Brandweermuseum Wassenaar

Ook in een klein museum als het Brandweermuseum Wassenaar gebeurt van alles dat voor de meeste mensen verborgen blijft. Niet omdat het geheim is, maar omdat er meestal geen gelegenheid is om er over te berichten. Met deze wekelijkse column willen we dat veranderen. De ene week kan het gaan over een schenking, dan weer over een bijzondere ontmoeting, over een probleem met de vaste collectie, over de dringende behoefte aan hulp of over iets waarop we trots zijn. brandweermuseum@wassenaar.nl<;/a>, www.brandweermuseumwassenaar.nl ook op twitter en facebook.

 

Tags

BrandweermuseumSpringzeilWassenaar
Gerelateerde artikelen
Back To Top