Wassenaar – Geluid (of lawaai) is altijd nodig om de mensen te laten weten dat er brand is en om de brandweermensen te waarschuwen dat ze onmiddellijk zich moeten melden.
Met sirenes en lichtsignalen laat de brandweer tegenwoordig zien en horen: “we komen eraan, maak plaats alstublieft”.
Niet dat het altijd helpt. De auto’s van tegenwoordig zijn zo goed geïsoleerd dat de bestuurder niet altijd de signalen hoort. Daarom wordt er nagedacht over manieren om automobilisten te waarschuwen door ‘in te breken’ in hun autoradio. Ook in vroeger tijden werd er gewaarschuwd dat er brand was en dat de brandweermensen moesten opdraven, Dat gebeurde soms door het luiden van de kerkklokken. Om de richting van de brand aan te duiden werd een rode lantaarn (’s nachts) of rode mand (overdag) uit de kerktoren gehangen. Er waren ook plaatsen waar een man met een trompet of hoorn rondging. Maar veelal werd gebruik gemaakt van een klepper, een houten plank met handgreep, waarop een scharnierend klein plankje bevestigd was, die, wanneer je hem op en neer bewoog, een hard geluid voortbracht, of van een ratel.
In Brandweermuseum Wassenaar zijn de ratel en de klepper te bewonderen. Wanneer er een schoolklas op bezoek komt wordt de ratel door de rondleider meestal getoond en gedemonstreerd. Groot succes bij de scholieren. Eigenlijk is het geluid veel te hard, maar we willen het toch graag nog een keer horen. Het lijkt ook nog eens leerzaam te zijn. Je ervaart dat het echt heeft gewerkt indertijd.
Column Brandweermuseum Wassenaar
Ook in een klein museum als het Brandweermuseum Wassenaar gebeurt van alles dat voor de meeste mensen verborgen blijft. Niet omdat het geheim is, maar omdat er meestal geen gelegenheid is om er over te berichten. Met deze wekelijkse column willen we dat veranderen. De ene week kan het gaan over een schenking, dan weer over een bijzondere ontmoeting, over een probleem met de vaste collectie, over de dringende behoefte aan hulp of over iets waarop we trots zijn. brandweermuseum@wassenaar.nl, www.brandweermuseumwassenaar.nl ook op twitter en facebook.
